tariferen

Conjugations List of Tariferen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktarifeertarifeerdeheb getarifeerd
jij, je, utarifeerttarifeerdehebt getarifeerd
hij, zij, hettarifeerttarifeerdeheeft getarifeerd
wijtariferentarifeerdenhebben getarifeerd
jullietariferentarifeerdenhebben getarifeerd
zij, zetariferentarifeerdenhebben getarifeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Tariferen with some of the pronouns.

  • Ik tarifeer de producten op basis van hun kwaliteit.
  • Jij tarifeert de diensten volgens de geldende prijslijst.
  • Hij tarifeert de verzendkosten apart op de factuur.
  • Wij tariferen de abonnementen maandelijks.
  • Zij tariferen de extra services tegen een hoger tarief.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tariferen with some of the pronouns.

  • Vroeger tarifeerde ik de artikelen met de hand.
  • Toen jij hier werkte, tarifeerde je de contracten nauwkeurig.
  • Elke maand tarifeerde hij de inkomende facturen.
  • Vroeger tarifeerden wij de producten op een andere manier.
  • In die tijd tarifeerden zij de extra services nog niet apart.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tariferen with some of the pronouns.

  • Ik heb de producten getarifeerd op basis van hun waarde.
  • Jij hebt de diensten naar behoren getarifeerd.
  • Hij heeft het tarief voor de verzending aangepast.
  • Wij hebben de abonnementen eerder deze maand getarifeerd.
  • Zij hebben de extra kosten correct getarifeerd.