tectyleren

Conjugations List of Tectyleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktectyleertectyleerdeheb getectyleerd
jij, je, utectyleerttectyleerdehebt getectyleerd
hij, zij, hettectyleerttectyleerdeheeft getectyleerd
wijtectylerentectyleerdenhebben getectyleerd
jullietectylerentectyleerdenhebben getectyleerd
zij, zetectylerentectyleerdenhebben getectyleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Tectyleren with some of the pronouns.

  • Ik tectyleer de meubels voor extra bescherming.
  • Jij tectyleert je schoenen om ze waterdicht te maken.
  • Hij/Zij tectyleert de auto's voordat ze naar de showroom gaan.
  • Wij tectyleren de houten vloeren om ze langer mooi te houden.
  • Jullie tectyleren de buitenkant van het huis tegen vocht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tectyleren with some of the pronouns.

  • Vroeger tectyleerde ik altijd mijn fiets om roest te voorkomen.
  • Als kind tectyleerde jij je speelgoed om het te beschermen.
  • Hij/Zij tectyleerde regelmatig de dakpannen om lekkages te voorkomen.
  • Wij tectyleerden vroeger onze kleren zodat ze waterafstotend waren.
  • Jullie tectyleerden de tuinmeubelen elk jaar voor de zomer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tectyleren with some of the pronouns.

  • Ik heb de meubels getectyleerd voor extra bescherming.
  • Jij hebt je schoenen getectyleerd om ze waterdicht te maken.
  • Hij/Zij heeft de auto's getectyleerd voordat ze naar de showroom gingen.
  • Wij hebben de houten vloeren getectyleerd om ze langer mooi te houden.
  • Jullie hebben de buitenkant van het huis getectyleerd tegen vocht.