bewieroken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bewierook | bewierookte | heb bewierookt |
jij, je, u | bewierookt | bewierookte | hebt bewierookt |
hij, zij, het | bewierookt | bewierookte | heeft bewierookt |
wij | bewieroken | bewierookten | hebben bewierookt |
jullie | bewieroken | bewierookten | hebben bewierookt |
zij, ze | bewieroken | bewierookten | hebben bewierookt |
PresensBeta
Example presens sentences for Bewieroken with some of the pronouns.
- Ik bewierook
- Jij bewierookt
- Hij/Zij/Het bewierookt
- Wij bewieroken
- Jullie bewieroken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bewieroken with some of the pronouns.
- Ik bewierookte
- Jij bewierookte
- Hij/Zij/Het bewierookte
- Wij bewierookten
- Jullie bewierookten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bewieroken with some of the pronouns.
- Ik heb bewierookt
- Jij hebt bewierookt
- Hij/Zij/Het heeft bewierookt
- Wij hebben bewierookt
- Jullie hebben bewierookt