terechtstellen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stel terecht | stelde terecht | heb terechtgesteld |
jij, je, u | stelt terecht | stelde terecht | hebt terechtgesteld |
hij, zij, het | stelt terecht | stelde terecht | heeft terechtgesteld |
wij | stellen terecht | stelden terecht | hebben terechtgesteld |
jullie | stellen terecht | stelden terecht | hebben terechtgesteld |
zij, ze | stellen terecht | stelden terecht | hebben terechtgesteld |
PresensBeta
Example presens sentences for Terechtstellen with some of the pronouns.
- Ik stel de dader terecht voor zijn misdaden.
- Jij stelt de regels terecht en handhaaft ze consequent.
- Hij/Zij/Het stelt de verwachtingen van zijn ouders terecht teleur.
- Wij stellen de rechtbank verantwoordelijk voor een eerlijk proces.
- Jullie stellen de verdachte terecht in het openbaar.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Terechtstellen with some of the pronouns.
- Vroeger stelde ik mijn eigen normen en waarden terecht.
- Toen ik jong was, stelde ik mezelf constant terecht.
- Hij/Zij/Het stelde de beslissing van de rechter terecht ter discussie.
- Wij stelden de procedure terecht in vraag en vroegen om hervormingen.
- Jullie stelden elkaar voortdurend terecht tijdens dat debat.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Terechtstellen with some of the pronouns.
- Ik heb de zaak terechtgesteld en rechtvaardig geoordeeld.
- Jij hebt de schuldige terechtgesteld en gerechtigheid gebracht.
- Hij/Zij/Het heeft de misdadiger terechtgesteld voor zijn daden.
- Wij hebben het geschil terechtgesteld en een compromis bereikt.
- Jullie hebben de overtreding terechtgesteld en gepaste straf opgelegd.