terugboeken

Conjugations List of Terugboeken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikboek terugboekte terugheb teruggeboekt
jij, je, uboekt terugboekte terughebt teruggeboekt
hij, zij, hetboekt terugboekte terugheeft teruggeboekt
wijboeken terugboekten terughebben teruggeboekt
jullieboeken terugboekten terughebben teruggeboekt
zij, zeboeken terugboekten terughebben teruggeboekt

Presens

Example presens sentences for Terugboeken with some of the pronouns.

  • Ik boek het geld terug.
  • Jij boekt het geld terug.
  • Hij/zij/het boekt het geld terug.
  • Wij boeken het geld terug.
  • Jullie boeken het geld terug.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Terugboeken with some of the pronouns.

  • Ik boekte het geld terug.
  • Jij boekte het geld terug.
  • Hij/zij/het boekte het geld terug.
  • Wij boekten het geld terug.
  • Jullie boekten het geld terug.

Perfectum

Example perfectum sentences for Terugboeken with some of the pronouns.

  • Ik heb het geld teruggeboekt.
  • Jij hebt het geld teruggeboekt.
  • Hij/zij/het heeft het geld teruggeboekt.
  • Wij hebben het geld teruggeboekt.
  • Jullie hebben het geld teruggeboekt.