theoretiseren

Conjugations List of Theoretiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktheoretiseertheoretiseerdeheb getheoretiseerd
jij, je, utheoretiseerttheoretiseerdehebt getheoretiseerd
hij, zij, hettheoretiseerttheoretiseerdeheeft getheoretiseerd
wijtheoretiserentheoretiseerdenhebben getheoretiseerd
jullietheoretiserentheoretiseerdenhebben getheoretiseerd
zij, zetheoretiserentheoretiseerdenhebben getheoretiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Theoretiseren with some of the pronouns.

  • Ik theoriseer over de invloed van technologie op de maatschappij.
  • Jij theoriseert graag over filosofische vraagstukken.
  • Hij/zij/theoretiseert regelmatig over politieke ontwikkelingen.
  • Wij theoretiseren over de toekomst van het onderwijs.
  • Zij theoretiseren over de oorsprong van taal.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Theoretiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger theoretiseerde ik vaak over de betekenis van kunst.
  • Toen ik jong was, theoretiseerde jij graag over psychologie.
  • Hij/zij theoretiseerde regelmatig over de effecten van globalisering.
  • In die tijd theoretiseerden wij intensief over sociale rechtvaardigheid.
  • Toen zij nog studeerden, theoretiseerden ze dagelijks over wetenschappelijke vraagstukken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Theoretiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb getheoretiseerd over de impact van klimaatverandering.
  • Jij hebt al eerder over dit onderwerp getheoretiseerd.
  • Hij/zij heeft uitvoerig getheoretiseerd over kunstmatige intelligentie.
  • Wij hebben in het verleden veelvuldig getheoretiseerd over economische modellen.
  • Zij hebben onlangs nog getheoretiseerd over de rol van literatuur in de samenleving.