overmeesteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | overmeester | overmeesterde | heb overmeesterd |
jij, je, u | overmeestert | overmeesterde | hebt overmeesterd |
hij, zij, het | overmeestert | overmeesterde | heeft overmeesterd |
wij | overmeesteren | overmeesterden | hebben overmeesterd |
jullie | overmeesteren | overmeesterden | hebben overmeesterd |
zij, ze | overmeesteren | overmeesterden | hebben overmeesterd |
PresensBeta
Example presens sentences for Overmeesteren with some of the pronouns.
- Ik overmeester de situatie.
- Jij overmeestert je angst.
- Hij overmeestert zijn tegenstanders.
- Wij overmeesteren de kunst van het koken.
- Zij overmeesteren de markt met hun producten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overmeesteren with some of the pronouns.
- Ik overmeesterde de moeilijkheden.
- Jij overmeesterde je emoties.
- Hij overmeesterde de taal snel.
- Wij overmeesterden de technologie.
- Zij overmeesterden de kunst van het onderhandelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overmeesteren with some of the pronouns.
- Ik heb de uitdaging overmeesterd.
- Jij hebt je doel overmeesterd.
- Hij heeft zijn angst overmeesterd.
- Wij hebben de concurrentie overmeesterd.
- Zij hebben het spel overmeesterd.