toeblaffen

Conjugations List of Toeblaffen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblaf toeblafte toeheb toegeblaft
jij, je, ublaft toeblafte toehebt toegeblaft
hij, zij, hetblaft toeblafte toeheeft toegeblaft
wijblaffen toeblaften toehebben toegeblaft
jullieblaffen toeblaften toehebben toegeblaft
zij, zeblaffen toeblaften toehebben toegeblaft

Presens
Beta

Example presens sentences for Toeblaffen with some of the pronouns.

  • Ik blaf toe als ik boos ben. (I bark at someone when I am angry.)
  • Jij blaft toe wanneer je gestrest bent. (You bark at someone when you are stressed.)
  • Hij/Zij blaft toe als er vreemden in de buurt zijn. (He/She barks at someone when there are strangers around.)
  • Wij blaffen toe op onverwachte geluiden. (We bark at someone upon unexpected noises.)
  • Jullie blaffen toe als er iemand aanbelt. (You bark at someone when the doorbell rings.)

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toeblaffen with some of the pronouns.

  • Ik blafte toe toen de buurman langs liep. (I barked at someone when the neighbor walked by.)
  • Jij blafte toe terwijl we aan het eten waren. (You barked at someone while we were eating.)
  • Hij/Zij blafte toe telkens wanneer de bel ging. (He/She barked at someone every time the doorbell rang.)
  • Wij blaften toe als er bezoek binnenkwam. (We barked at someone when visitors came in.)
  • Jullie blaften toe tijdens het kijken van een spannende film. (You barked at someone while watching an exciting movie.)

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toeblaffen with some of the pronouns.

  • Ik heb toegeblaft toen de postbode langskwam. (I barked at someone when the mailman came by.)
  • Jij hebt toegeblaft nadat de kat in de tuin sprong. (You barked at someone after the cat jumped into the garden.)
  • Hij/Zij heeft toegeblaft toen de auto voorbijreed. (He/She barked at someone when the car drove by.)
  • Wij hebben toegeblaft zodra de deurbel ging. (We barked at someone as soon as the doorbell rang.)
  • Jullie hebben toegeblaft na het horen van een harde knal. (You barked at someone after hearing a loud bang.)