toegrijpen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | grijp toe | greep toe | heb toegegrepen |
| jij, je, u | grijpt toe | greep toe | hebt toegegrepen |
| hij, zij, het | grijpt toe | greep toe | heeft toegegrepen |
| wij | grijpen toe | grepen toe | hebben toegegrepen |
| jullie | grijpen toe | grepen toe | hebben toegegrepen |
| zij, ze | grijpen toe | grepen toe | hebben toegegrepen |
PresensBeta
Example presens sentences for Toegrijpen with some of the pronouns.
- Ik grijp naar de pen.
- Hij grijpt de kans.
- Zij grijpen de mogelijkheid aan.
- Wij grijpen in bij conflicten.
- Jullie grijpen snel in.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toegrijpen with some of the pronouns.
- Ik greep naar de pen.
- Hij greep de kans.
- Zij grepen de mogelijkheid aan.
- Wij grepen in bij conflicten.
- Jullie grepen snel in.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toegrijpen with some of the pronouns.
- Ik heb naar de pen gegrepen.
- Hij heeft de kans gegrepen.
- Zij hebben de mogelijkheid aangegrepen.
- Wij hebben ingegrepen bij conflicten.
- Jullie hebben snel ingegrepen.