toekijken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | kijk toe | keek toe | heb toegekeken |
| jij, je, u | kijkt toe | keek toe | hebt toegekeken |
| hij, zij, het | kijkt toe | keek toe | heeft toegekeken |
| wij | kijken toe | keken toe | hebben toegekeken |
| jullie | kijken toe | keken toe | hebben toegekeken |
| zij, ze | kijken toe | keken toe | hebben toegekeken |
PresensBeta
Example presens sentences for Toekijken with some of the pronouns.
- Ik kijk toe naar de vogels die overvliegen.
- Jij kijkt toe hoe het spel wordt gespeeld.
- Hij kijkt toe terwijl de kinderen spelen.
- Zij kijken toe tijdens de repetitie van het toneelstuk.
- We kijken toe hoe de zon ondergaat.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toekijken with some of the pronouns.
- Ik keek toe terwijl ze aan het dansen waren.
- Jij keek toe hoe hij zijn huiswerk maakte.
- Hij keek toe tijdens het schilderen van het landschap.
- Zij keken toe terwijl de spreker zijn verhaal vertelde.
- We keken toe hoe de bouwvakkers aan het werk waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toekijken with some of the pronouns.
- Ik heb toegekeken naar de hele wedstrijd.
- Jij hebt toegekeken bij de presentatie van het project.
- Hij heeft toegekeken toen de auto werd gerepareerd.
- Zij hebben toegekeken tijdens de demonstratie op straat.
- We hebben toegekeken hoe de film werd opgenomen.