toenijpen

Conjugations List of Toenijpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iknijp toeneep toeheb toegenepen
jij, je, unijpt toeneep toehebt toegenepen
hij, zij, hetnijpt toeneep toeheeft toegenepen
wijnijpen toenepen toehebben toegenepen
jullienijpen toenepen toehebben toegenepen
zij, zenijpen toenepen toehebben toegenepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Toenijpen with some of the pronouns.

  • Ik knijp toe wanneer ik iets heel kleins wil vasthouden.
  • Jij knijpt toe om de druk op de slang te verminderen.
  • Hij knijpt toe met al zijn kracht.
  • Zij knijpt toe en laat niet los.
  • Wij knijpen toe om de ballon op te blazen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toenijpen with some of the pronouns.

  • Ik kneep toe, maar het glipte uit mijn handen.
  • Jij kneep toe terwijl je naar de film keek.
  • Hij kneep toe en de lucht ontsnapte.
  • Zij kneep toe en het voelde ongemakkelijk aan.
  • Wij knepen toe en wachtten op het juiste moment.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toenijpen with some of the pronouns.

  • Ik heb toegeknepen om te testen hoe stevig het was.
  • Jij hebt toegeknepen en het geluid was duidelijk hoorbaar.
  • Hij heeft toegeknepen en de vloeistof spoot eruit.
  • Zij heeft toegeknepen en het gevoel was pijnlijk.
  • Wij hebben toegeknepen en het resultaat was verbluffend.