vakkenvullen

Conjugations List of Vakkenvullen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvul vakkenvulde vakkenheb vakkengevuld
jij, je, uvult vakkenvulde vakkenhebt vakkengevuld
hij, zij, hetvult vakkenvulde vakkenheeft vakkengevuld
wijvullen vakkenvulden vakkenhebben vakkengevuld
jullievullen vakkenvulden vakkenhebben vakkengevuld
zij, zevullen vakkenvulden vakkenhebben vakkengevuld

Presens

Example presens sentences for Vakkenvullen with some of the pronouns.

  • Ik vul de vakken in de supermarkt.
  • Jij vult de vakken in de supermarkt.
  • Hij/Zij vult de vakken in de supermarkt.
  • Wij vullen de vakken in de supermarkt.
  • Zij vullen de vakken in de supermarkt.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Vakkenvullen with some of the pronouns.

  • Ik vulde de vakken in de supermarkt.
  • Jij vulde de vakken in de supermarkt.
  • Hij/Zij vulde de vakken in de supermarkt.
  • Wij vulden de vakken in de supermarkt.
  • Zij vulden de vakken in de supermarkt.

Perfectum

Example perfectum sentences for Vakkenvullen with some of the pronouns.

  • Ik heb de vakken gevuld in de supermarkt.
  • Jij hebt de vakken gevuld in de supermarkt.
  • Hij/Zij heeft de vakken gevuld in de supermarkt.
  • Wij hebben de vakken gevuld in de supermarkt.
  • Zij hebben de vakken gevuld in de supermarkt.