toeschijnen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schijn toe | scheen toe | heb toegeschenen |
jij, je, u | schijnt toe | scheen toe | hebt toegeschenen |
hij, zij, het | schijnt toe | scheen toe | heeft toegeschenen |
wij | schijnen toe | schenen toe | hebben toegeschenen |
jullie | schijnen toe | schenen toe | hebben toegeschenen |
zij, ze | schijnen toe | schenen toe | hebben toegeschenen |
PresensBeta
Example presens sentences for Toeschijnen with some of the pronouns.
- Het lijkt me een goed idee om vroeger te vertrekken.
- Zij schijnt altijd optimistisch te zijn.
- De zon schijnt fel vandaag.
- Het verschil tussen de twee opties lijkt klein.
- Het boek lijkt interessant, maar ik heb het nog niet gelezen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toeschijnen with some of the pronouns.
- Vroeger scheen de zon altijd op mijn verjaardag.
- Toen ik jong was, leek het leven eenvoudiger.
- Het leek alsof de tijd langzamer ging tijdens de vakantie.
- Hij liet me altijd op hem wachten.
- We dachten dat we alles wisten, maar we waren fout.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toeschijnen with some of the pronouns.
- Hij is verschenen in het lokale nieuws.
- Wij hebben ons laten misleiden door zijn uiterlijk.
- Jullie hebben je niet aan de regels gehouden.
- Zij heeft haar ware aard laten zien.
- Ik heb gemerkt dat het moeilijk is om haar te vertrouwen.