toeschrijven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schrijf toe | schreef toe | heb toegeschreven |
jij, je, u | schrijft toe | schreef toe | hebt toegeschreven |
hij, zij, het | schrijft toe | schreef toe | heeft toegeschreven |
wij | schrijven toe | schreven toe | hebben toegeschreven |
jullie | schrijven toe | schreven toe | hebben toegeschreven |
zij, ze | schrijven toe | schreven toe | hebben toegeschreven |
PresensBeta
Example presens sentences for Toeschrijven with some of the pronouns.
- Ik schrijf het succes toe aan hard werken.
- Jij schrijft de brief toe aan de verkeerde persoon.
- Hij schrijft zijn talenten toe aan zijn opleiding.
- Wij schrijven de overwinning toe aan teamwork.
- Zij schrijven de fouten toe aan gebrek aan communicatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toeschrijven with some of the pronouns.
- Ik schreef het succes toe aan hard werken.
- Jij schreef de brief toe aan de verkeerde persoon.
- Hij schreef zijn talenten toe aan zijn opleiding.
- Wij schreven de overwinning toe aan teamwork.
- Zij schreven de fouten toe aan gebrek aan communicatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toeschrijven with some of the pronouns.
- Ik heb het succes toegeschreven aan hard werken.
- Jij hebt de brief toegeschreven aan de verkeerde persoon.
- Hij heeft zijn talenten toegeschreven aan zijn opleiding.
- Wij hebben de overwinning toegeschreven aan teamwork.
- Zij hebben de fouten toegeschreven aan gebrek aan communicatie.