toestemmen

Conjugations List of Toestemmen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstem toestemde toeheb toegestemd
jij, je, ustemt toestemde toehebt toegestemd
hij, zij, hetstemt toestemde toeheeft toegestemd
wijstemmen toestemden toehebben toegestemd
julliestemmen toestemden toehebben toegestemd
zij, zestemmen toestemden toehebben toegestemd

Presens
Beta

Example presens sentences for Toestemmen with some of the pronouns.

  • Ik stem in met de nieuwe regels.
  • Jij stemt in met het voorstel.
  • Hij stemt in met de beslissing.
  • Wij stemmen in met de veranderingen.
  • Zij stemmen in met het plan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toestemmen with some of the pronouns.

  • Ik stemde in met het idee.
  • Jij stemde in met de suggestie.
  • Hij stemde in met het plan.
  • Wij stemden in met de oplossing.
  • Zij stemden in met het standpunt.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toestemmen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingestemd met de afspraak.
  • Jij hebt toegestemd met de aanpassing.
  • Hij heeft ingezet met de maatregelen.
  • Wij hebben ingestemd met het compromis.
  • Zij hebben toegestemd met de voorwaarden.