tonnen

Conjugations List of Tonnen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktontondeheb getond
jij, je, utonttondehebt getond
hij, zij, hettonttondeheeft getond
wijtonnentondenhebben getond
jullietonnentondenhebben getond
zij, zetonnentondenhebben getond

Presens

Example presens sentences for Tonnen with some of the pronouns.

  • Ik tonnen vis vangen tijdens de zomervakantie.
  • Jij tonnen geld verdienen met je nieuwe baan.
  • Hij tonnen energie hebben om te sporten.
  • Wij tonnen voedsel verspillen elke dag.
  • Zij tonnen tijd besteden aan hun hobby.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Tonnen with some of the pronouns.

  • Vroeger tonnen vis vangen met mijn vader.
  • Toen ik jong was, tonnen geld verdienen met klusjes.
  • Hij tonnen energie hebben als kind.
  • Wij tonnen voedsel verspillen voordat we bewust werden van het probleem.
  • Zij tonnen tijd besteden aan buitenspelen in de buurt.

Perfectum

Example perfectum sentences for Tonnen with some of the pronouns.

  • Ik heb tonnen koffie gedronken op het werk.
  • Jij hebt tonnen boeken gelezen in je leven.
  • Hij heeft tonnen ervaring opgedaan in zijn carrière.
  • Wij hebben tonnen kilometers gereisd tijdens onze vakantie.
  • Zij hebben tonnen plezier gehad op het feest.