turken

Conjugations List of Turken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikturkturkteheb geturkt
jij, je, uturktturktehebt geturkt
hij, zij, hetturktturkteheeft geturkt
wijturkenturktenhebben geturkt
jullieturkenturktenhebben geturkt
zij, zeturkenturktenhebben geturkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Turken with some of the pronouns.

  • Ik Turk nu naar de markt.
  • Jij turkt altijd zo snel.
  • Hij/Zij turkt graag in de keuken.
  • Wij turken regelmatig op vakantie.
  • Jullie turken vaak naar de sportschool.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Turken with some of the pronouns.

  • Ik turkte vroeger veel naar Turkije.
  • Jij turkte altijd met je familie.
  • Hij/Zij turkte elke zomer naar hetzelfde dorpje.
  • Wij turkten tijdens onze studententijd vaak naar Alanya.
  • Jullie turkten regelmatig naar Turkse restaurants.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Turken with some of the pronouns.

  • Ik heb geturkt op het strand gisteren.
  • Jij bent naar Turkije geturkt dit jaar.
  • Hij/Zij heeft al meerdere keren geturkt.
  • Wij zijn met de auto naar Turkije geturkt.
  • Jullie hebben vorige zomer naar Istanbul geturkt.