uitspoken

Conjugations List of Uitspoken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspook uitspookte uitheb uitgespookt
jij, je, uspookt uitspookte uithebt uitgespookt
hij, zij, hetspookt uitspookte uitheeft uitgespookt
wijspoken uitspookten uithebben uitgespookt
julliespoken uitspookten uithebben uitgespookt
zij, zespoken uitspookten uithebben uitgespookt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitspoken with some of the pronouns.

  • Ik spreek Nederlands vloeiend.
  • Hij spreekt vaak in het openbaar.
  • Zij spreekt met een duidelijke stem.
  • We spreken morgen af om te lunchen.
  • Jullie spreken de waarheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitspoken with some of the pronouns.

  • Ik sprak langzaam en duidelijk tijdens de presentatie.
  • Hij sprak altijd vol passie over zijn werk.
  • Zij sprak met een zachte stem toen ze nerveus was.
  • We spraken regelmatig af om samen te studeren.
  • Jullie spraken vloeiend Nederlands na een paar maanden oefenen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitspoken with some of the pronouns.

  • Ik heb Nederlands uitgesproken tijdens mijn presentatie.
  • Hij heeft zijn excuses uitgesproken voor zijn gedrag.
  • Zij heeft de woorden verkeerd uitgesproken.
  • We hebben gisteren een nieuw plan uitgesproken.
  • Jullie hebben de opdracht goed uitgesproken.