uittekenen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | teken uit | tekende uit | heb uitgetekend |
| jij, je, u | tekent uit | tekende uit | hebt uitgetekend |
| hij, zij, het | tekent uit | tekende uit | heeft uitgetekend |
| wij | tekenen uit | tekenden uit | hebben uitgetekend |
| jullie | tekenen uit | tekenden uit | hebben uitgetekend |
| zij, ze | tekenen uit | tekenden uit | hebben uitgetekend |
PresensBeta
Example presens sentences for Uittekenen with some of the pronouns.
- Ik teken een nieuw ontwerp uit.
- Jij tekent een prachtige illustratie uit.
- Hij tekent de plattegrond van het huis uit.
- Zij tekent haar droomhuis uit.
- We tekenen samen een grote mindmap uit.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uittekenen with some of the pronouns.
- Vroeger tekende ik veel figuren uit.
- Toen ik jong was, tekende jij vaak strips uit.
- Hij tekende vroeger landschappen uit.
- In mijn jeugd tekende zij altijd dieren uit.
- We tekenden als kinderen graag samen verhalen uit.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uittekenen with some of the pronouns.
- Ik heb het ontwerp uitgetekend.
- Jij hebt de illustratie prachtig uitgetekend.
- Hij heeft de plattegrond van het huis uitgetekend.
- Zij heeft haar droomhuis uitgetekend.
- We hebben samen een grote mindmap uitgetekend.