uitverkopen

Conjugations List of Uitverkopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkoop uitverkocht uitheb uitverkocht
jij, je, uverkoopt uitverkocht uithebt uitverkocht
hij, zij, hetverkoopt uitverkocht uitheeft uitverkocht
wijverkopen uitverkochten uithebben uitverkocht
jullieverkopen uitverkochten uithebben uitverkocht
zij, zeverkopen uitverkochten uithebben uitverkocht

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitverkopen with some of the pronouns.

  • De winkel verkoopt alle producten uit.
  • Ik verkoop mijn oude boeken uit.
  • Jullie verkopen de tickets voor het concert uit.
  • Hij verkoopt zijn schilderijen uit in een galerij.
  • Zij verkopen hun zelfgemaakte jam uit op de markt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitverkopen with some of the pronouns.

  • De winkel verkocht alle producten uit.
  • Ik verkocht mijn oude boeken uit.
  • Jullie verkochten de tickets voor het concert uit.
  • Hij verkocht zijn schilderijen uit in een galerij.
  • Zij verkochten hun zelfgemaakte jam uit op de markt.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitverkopen with some of the pronouns.

  • De winkel heeft alle producten uitverkocht.
  • Ik heb mijn oude boeken uitverkocht.
  • Jullie hebben de tickets voor het concert uitverkocht.
  • Hij heeft zijn schilderijen uitverkocht in een galerij.
  • Zij hebben hun zelfgemaakte jam uitverkocht op de markt.