uitveteren

Conjugations List of Uitveteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikveter uitveterde uitheb uitgeveterd
jij, je, uvetert uitveterde uithebt uitgeveterd
hij, zij, hetvetert uitveterde uitheeft uitgeveterd
wijveteren uitveterden uithebben uitgeveterd
jullieveteren uitveterden uithebben uitgeveterd
zij, zeveteren uitveterden uithebben uitgeveterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitveteren with some of the pronouns.

  • Ik uitveter
  • Jij uitveteert
  • Hij/Zij/Het uitveteert
  • Wij jullie uitveteren
  • Zij uitveteren

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitveteren with some of the pronouns.

  • Ik uitveterde
  • Jij uitveterde
  • Hij/Zij/Het uitveterde
  • Wij uitveterden
  • Zij uitveterden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitveteren with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgeveterd
  • Jij hebt uitgeveterd
  • Hij/Zij/Het heeft uitgeveterd
  • Wij hebben uitgeveterd
  • Zij hebben uitgeveterd