uitwijden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wijd uit | wijdde uit | heb uitgewijd |
jij, je, u | wijdt uit | wijdde uit | hebt uitgewijd |
hij, zij, het | wijdt uit | wijdde uit | heeft uitgewijd |
wij | wijden uit | wijdden uit | hebben uitgewijd |
jullie | wijden uit | wijdden uit | hebben uitgewijd |
zij, ze | wijden uit | wijdden uit | hebben uitgewijd |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitwijden with some of the pronouns.
- Ik wijd uit over het belang van een gezonde levensstijl.
- Jij wijdt uit over je passie voor muziek.
- Hij/zij/het wijdt uit over de geschiedenis van Nederland.
- Wij wijden uit over de voordelen van duurzame energie.
- Jullie wijden uit over jullie reiservaringen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitwijden with some of the pronouns.
- Ik weidde uit over mijn hobby's toen ik jonger was.
- Jij weidde uit over de problemen in de samenleving.
- Hij/zij/het weidde uit over de gevolgen van klimaatverandering.
- Wij weidden uit over onze plannen voor de toekomst.
- Jullie weidden uit over de verschillende culturen die jullie hebben bezocht.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitwijden with some of the pronouns.
- Ik heb uitgeweid over mijn vakantie in Frankrijk.
- Jij hebt uitgeweid over de resultaten van het onderzoek.
- Hij/zij/het heeft uitgeweid over zijn/haar persoonlijke ervaringen.
- Wij hebben uitgeweid over de nieuwe ontwikkelingen in de technologie.
- Jullie hebben uitgeweid over de betekenis van kunst.