wegbombarderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bombardeer weg | bombardeerde weg | heb weggebombardeerd |
jij, je, u | bombardeert weg | bombardeerde weg | hebt weggebombardeerd |
hij, zij, het | bombardeert weg | bombardeerde weg | heeft weggebombardeerd |
wij | bombarderen weg | bombardeerden weg | hebben weggebombardeerd |
jullie | bombarderen weg | bombardeerden weg | hebben weggebombardeerd |
zij, ze | bombarderen weg | bombardeerden weg | hebben weggebombardeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegbombarderen with some of the pronouns.
- Ik bombardeer de vijandelijke basis.
- Jij bombardeert strategische doelen.
- Hij/Zij/Het bombardeert de stad.
- Wij bombarderen de vijandige linies.
- Jullie bombarderen de oorlogsvoertuigen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegbombarderen with some of the pronouns.
- Ik bombardeerde de vijandelijke basis.
- Jij bombardeerde strategische doelen.
- Hij/Zij/Het bombardeerde de stad.
- Wij bombardeerden de vijandige linies.
- Jullie bombardeerden de oorlogsvoertuigen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegbombarderen with some of the pronouns.
- Ik heb de vijandelijke basis weggebombardeerd.
- Jij hebt strategische doelen weggebombardeerd.
- Hij/Zij/Het heeft de stad weggebombardeerd.
- Wij hebben de vijandige linies weggebombardeerd.
- Jullie hebben de oorlogsvoertuigen weggebombardeerd.