vademen

Conjugations List of Vademen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvademvademdeheb gevademd
jij, je, uvademtvademdehebt gevademd
hij, zij, hetvademtvademdeheeft gevademd
wijvademenvademdenhebben gevademd
jullievademenvademdenhebben gevademd
zij, zevademenvademdenhebben gevademd

Presens

Example presens sentences for Vademen with some of the pronouns.

  • Ik vadem
  • Jij vademt
  • Hij/Zij/Het vademt
  • Wij vademen
  • Jullie vademen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Vademen with some of the pronouns.

  • Ik ademde
  • Jij ademde
  • Hij/Zij/Het ademde
  • Wij ademden
  • Jullie ademden

Perfectum

Example perfectum sentences for Vademen with some of the pronouns.

  • Ik heb geademd
  • Jij hebt geademd
  • Hij/Zij/Het heeft geademd
  • Wij hebben geademd
  • Jullie hebben geademd