wegbezuinigen

Conjugations List of Wegbezuinigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbezuinig wegbezuinigde wegheb wegbezuinigd
jij, je, ubezuinigt wegbezuinigde weghebt wegbezuinigd
hij, zij, hetbezuinigt wegbezuinigde wegheeft wegbezuinigd
wijbezuinigen wegbezuinigden weghebben wegbezuinigd
julliebezuinigen wegbezuinigden weghebben wegbezuinigd
zij, zebezuinigen wegbezuinigden weghebben wegbezuinigd

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegbezuinigen with some of the pronouns.

  • We bezuinigen op verschillende projecten.
  • De overheid bezuinigt op de zorgsector.
  • Bedrijven bezuinigen op personeelskosten.
  • Scholen bezuinigen op lesmateriaal.
  • De gemeente bezuinigt op openbaar vervoer.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegbezuinigen with some of the pronouns.

  • Vroeger bezuinigden we niet zoveel als nu.
  • Toen ik jong was, bezuinigde ik nooit op eten.
  • Tijdens de economische crisis bezuinigden veel gezinnen op hun uitgaven.
  • Het bedrijf bezuinigde op personeel voordat het failliet ging.
  • Ik bezuinigde op reiskosten door met de fiets naar het werk te gaan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegbezuinigen with some of the pronouns.

  • Het bedrijf heeft op de kosten van marketing bezuinigd.
  • Ik heb mijn uitgaven dit jaar flink bezuinigd.
  • De regering heeft subsidies wegbezuinigd.
  • Het ziekenhuis heeft enkele afdelingen moeten wegbezuinigen.
  • We hebben onze vakantieplannen moeten wegbezuinigen vanwege financiĆ«le problemen.