wegvallen

Conjugations List of Wegvallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikval wegviel wegben weggevallen
jij, je, uvalt wegviel wegbent weggevallen
hij, zij, hetvalt wegviel wegis weggevallen
wijvallen wegvielen wegzijn weggevallen
jullievallen wegvielen wegzijn weggevallen
zij, zevallen wegvielen wegzijn weggevallen

Presens

Example presens sentences for Wegvallen with some of the pronouns.

  • Ik val weg tijdens de vergadering.
  • Jij valt weg op het podium.
  • Hij/Zij valt weg in de menigte.
  • Wij vallen weg uit het zicht.
  • Zij vallen weg tijdens de reis.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Wegvallen with some of the pronouns.

  • Ik viel weg tijdens de vergadering.
  • Jij viel weg op het podium.
  • Hij/Zij viel weg in de menigte.
  • Wij vielen weg uit het zicht.
  • Zij vielen weg tijdens de reis.

Perfectum

Example perfectum sentences for Wegvallen with some of the pronouns.

  • Ik ben weggevallen tijdens de vergadering.
  • Jij bent weggevallen op het podium.
  • Hij/Zij is weggevallen in de menigte.
  • Wij zijn weggevallen uit het zicht.
  • Zij zijn weggevallen tijdens de reis.