overcompenseren

Conjugations List of Overcompenseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikovercompenseerovercompenseerdeheb overgecompenseerd
jij, je, uovercompenseertovercompenseerdehebt overgecompenseerd
hij, zij, hetovercompenseertovercompenseerdeheeft overgecompenseerd
wijovercompenserenovercompenseerdenhebben overgecompenseerd
jullieovercompenserenovercompenseerdenhebben overgecompenseerd
zij, zeovercompenserenovercompenseerdenhebben overgecompenseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Overcompenseren with some of the pronouns.

  • Ik overcompenseer mijn gebrek aan slaap met veel koffie.
  • Jij overcompenseert je slechte prestaties door extra te studeren.
  • Hij overcompenseert zijn onzekerheid met stoer gedrag.
  • Zij overcompenseert haar verlegenheid door zich extravert voor te doen.
  • Wij overcompenseren de tegenvallende winst met kostenbesparingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overcompenseren with some of the pronouns.

  • Vroeger overcompenseerde ik mijn onzekerheid met arrogantie.
  • Toen ik jong was, overcompenseerde ik mijn angst met roekeloos gedrag.
  • Hij overcompenseerde zijn eenzaamheid door altijd druk bezig te zijn.
  • Zij overcompenseerde haar teleurstelling met emotionele uitbarstingen.
  • In het verleden overcompenseerden wij onze zwakke punten met teamwork.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overcompenseren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn fouten proberen te overcompenseren.
  • Jij hebt geprobeerd de schade te overcompenseren.
  • Hij heeft zijn gebrek aan tijd willen overcompenseren door efficiĆ«nter te werken.
  • Zij heeft haar vorige mislukkingen willen overcompenseren met succesvolle resultaten.
  • Wij hebben ons gebrek aan ervaring willen overcompenseren met grondig onderzoek.