veraccijnzen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | veraccijns | veraccijnsde | heb veraccijnsd |
jij, je, u | veraccijnst | veraccijnsde | hebt veraccijnsd |
hij, zij, het | veraccijnst | veraccijnsde | heeft veraccijnsd |
wij | veraccijnzen | veraccijnsden | hebben veraccijnsd |
jullie | veraccijnzen | veraccijnsden | hebben veraccijnsd |
zij, ze | veraccijnzen | veraccijnsden | hebben veraccijnsd |
PresensBeta
Example presens sentences for Veraccijnzen with some of the pronouns.
- Ik veraccijnz mijn pakketten regelmatig.
- Jij veraccijnzt je goederen altijd op tijd.
- Hij/zij accijnst zijn/haar producten volgens de regels.
- Wij veraccijnzen onze importartikelen nauwkeurig.
- Jullie veraccijnzen de vracht zorgvuldig.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Veraccijnzen with some of the pronouns.
- Vroeger veraccijnste ik mijn pakketten handmatig.
- Toen veraccijnste jij je goederen zonder problemen.
- Hij/zij veraccijnste zijn/haar producten altijd correct.
- Wij veraccijnsten onze importartikelen met behulp van software.
- Jullie veraccijnsten de vracht vroeger zelf.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Veraccijnzen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn pakketten veraccijnst.
- Jij hebt je goederen op tijd veraccijnst.
- Hij/zij heeft zijn/haar producten volgens de regels veraccijnst.
- Wij hebben onze importartikelen nauwkeurig veraccijnst.
- Jullie hebben de vracht zorgvuldig veraccijnst.