verachteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verachter | verachterde | ben verachterd |
jij, je, u | verachtert | verachterde | bent verachterd |
hij, zij, het | verachtert | verachterde | is verachterd |
wij | verachteren | verachterden | zijn verachterd |
jullie | verachteren | verachterden | zijn verachterd |
zij, ze | verachteren | verachterden | zijn verachterd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verachteren with some of the pronouns.
- Ik verachter, jij verachtert, hij/zij/het verachtert.
- Wij verachteren de concurrentie met innovatie.
- Jullie verachteren de voortgang van het project.
- De economie verachtert door slecht beleid.
- Zij verachteren in hun taakuitvoering.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verachteren with some of the pronouns.
- Ik verachterde, jij verachterde, hij/zij/het verachterde.
- Wij verachterden in onze prestaties.
- Jullie verachterden in je verantwoordelijkheden.
- De markt verachterde tijdens de recessie.
- Zij verachterden in hun concurrentiepositie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verachteren with some of the pronouns.
- Ik heb verachterd, jij hebt verachterd, hij/zij/het heeft verachterd.
- Wij hebben de deadline verachterd.
- Jullie hebben de kans verachterd om te winnen.
- De regering heeft het onderwijs verachterd.
- Zij hebben het projectverloop verachterd.