ontbloten

Conjugations List of Ontbloten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontblootontblootteheb ontbloot
jij, je, uontblootontbloottehebt ontbloot
hij, zij, hetontblootontblootteheeft ontbloot
wijontblotenontbloottenhebben ontbloot
jullieontblotenontbloottenhebben ontbloot
zij, zeontblotenontbloottenhebben ontbloot

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontbloten with some of the pronouns.

  • Ik ontbloot mijn gevoelens voor jou.
  • Jij ontbloot de waarheid met je woorden.
  • Hij ontbloot zijn ware aard in deze situatie.
  • Zij ontbloten hun talenten op het podium.
  • Wij ontbloten de problemen diepgaand tijdens de vergadering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontbloten with some of the pronouns.

  • Vroeger ontblootte ik mijn angsten niet zo gemakkelijk.
  • Toen ontblootte jij nooit je echte gedachten.
  • Hij ontblootte zijn plannen niet voordat het te laat was.
  • Zij ontblootten hun zorgen pas na de gebeurtenis.
  • Wij ontblootten onze twijfels toen we de resultaten zagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontbloten with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn geheimen ontbloot aan mijn beste vriend.
  • Jij hebt de fraude ontbloot in het bedrijf.
  • Hij heeft haar leugens ontbloot voor iedereen.
  • Zij hebben het verborgen plan ontbloot tijdens het onderzoek.
  • Wij hebben de zwakke punten van de strategie ontbloot.