verduurzamen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verduurzaam | verduurzaamde | heb verduurzaamd |
jij, je, u | verduurzaamt | verduurzaamde | hebt verduurzaamd |
hij, zij, het | verduurzaamt | verduurzaamde | heeft verduurzaamd |
wij | verduurzamen | verduurzaamden | hebben verduurzaamd |
jullie | verduurzamen | verduurzaamden | hebben verduurzaamd |
zij, ze | verduurzamen | verduurzaamden | hebben verduurzaamd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verduurzamen with some of the pronouns.
- We verduurzamen de woningen in onze buurt.
- Jullie verduurzamen je leefstijl door minder plastic te gebruiken.
- De overheid verduurzaamt het openbaar vervoer.
- Ik verduurzaam mijn tuin door regenwater op te vangen.
- De school verduurzaamt haar energiegebruik door zonnepanelen te installeren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verduurzamen with some of the pronouns.
- Vroeger verduurzaamden we de woningen niet zoals nu.
- Toen verduurzaamden jullie je leefstijl nog niet.
- In het verleden verduurzaamde de overheid het openbaar vervoer niet genoeg.
- Vroeger verduurzaamde ik mijn tuin niet, maar nu wel.
- In het verleden verduurzaamde de school haar energiegebruik niet, maar nu wel met zonnepanelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verduurzamen with some of the pronouns.
- We hebben de woningen in onze buurt verduurzaamd.
- Jullie hebben je leefstijl verduurzaamd door minder plastic te gebruiken.
- De overheid heeft het openbaar vervoer verduurzaamd.
- Ik heb mijn tuin verduurzaamd door regenwater op te vangen.
- De school heeft haar energiegebruik verduurzaamd door zonnepanelen te installeren.