verklanken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verklank | verklankte | heb verklankt |
jij, je, u | verklankt | verklankte | hebt verklankt |
hij, zij, het | verklankt | verklankte | heeft verklankt |
wij | verklanken | verklankten | hebben verklankt |
jullie | verklanken | verklankten | hebben verklankt |
zij, ze | verklanken | verklankten | hebben verklankt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verklanken with some of the pronouns.
- Ik verklank de melodie met mijn stem.
- Jij verklankt de emotie in je muziekstuk.
- Hij verklankt zijn gedachten door middel van poëzie.
- Wij verklanken de tekst op een creatieve manier.
- Zij verklanken de sfeer van het schilderij in hun dansvoorstelling.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verklanken with some of the pronouns.
- Ik verklankte de melodie met mijn stem.
- Jij verklankte de emotie in je muziekstuk.
- Hij verklankte zijn gedachten door middel van poëzie.
- Wij verklankten de tekst op een creatieve manier.
- Zij verklankten de sfeer van het schilderij in hun dansvoorstelling.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verklanken with some of the pronouns.
- Ik heb de melodie verklankt met mijn stem.
- Jij hebt de emotie in je muziekstuk verklankt.
- Hij heeft zijn gedachten verklankt door middel van poëzie.
- Wij hebben de tekst op een creatieve manier verklankt.
- Zij hebben de sfeer van het schilderij in hun dansvoorstelling verklankt.