verkonden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verkond | verkondde | heb verkond |
jij, je, u | verkondt | verkondde | hebt verkond |
hij, zij, het | verkondt | verkondde | heeft verkond |
wij | verkonden | verkondden | hebben verkond |
jullie | verkonden | verkondden | hebben verkond |
zij, ze | verkonden | verkondden | hebben verkond |
PresensBeta
Example presens sentences for Verkonden with some of the pronouns.
- Ik verkondig de waarheid aan mijn leerlingen.
- Jij verkondigt een belangrijke boodschap aan de wereld.
- Hij verkondigt zijn mening op een luide manier.
- Zij verkondigen het nieuws aan hun collega's.
- Wij verkondigen onze liefde voor elkaar.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verkonden with some of the pronouns.
- Vroeger verkondigde ik mijn ideeën zonder aarzeling.
- Toen hij jong was, verkondigde hij zijn dromen aan iedereen.
- In die tijd verkondigden zij hun boodschap met passie.
- Wij verkondigden vaak onze wensen en verlangens.
- Als kind verkondigde ik graag sprookjes aan mijn vrienden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verkonden with some of the pronouns.
- Ik heb de boodschap verkondigd tijdens de vergadering.
- Jij hebt het nieuws al eerder verkondigd.
- Hij heeft zijn standpunt krachtig verkondigd.
- Zij hebben de waarheid dapper verkondigd.
- Wij hebben ons geloof openlijk verkondigd.