verschelen

Conjugations List of Verschelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverscheelverscheeldeheb verscheeld
jij, je, uverscheeltverscheeldehebt verscheeld
hij, zij, hetverscheeltverscheeldeheeft verscheeld
wijverschelenverscheeldenhebben verscheeld
jullieverschelenverscheeldenhebben verscheeld
zij, zeverschelenverscheeldenhebben verscheeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Verschelen with some of the pronouns.

  • Ik verschil van mening met mijn collega.
  • Jij verschilt altijd met je broer over politiek.
  • Hij/zij/het verschilt van smaak.
  • Wij verschillen van plan voor de vakantie.
  • Zij verschillen in leeftijd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verschelen with some of the pronouns.

  • Ik verschilde van mening met mijn collega.
  • Jij verschilde altijd met je broer over politiek.
  • Hij/zij/het verschilde van smaak.
  • Wij verschilden van plan voor de vakantie.
  • Zij verschilden in leeftijd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verschelen with some of the pronouns.

  • Ik heb van mening verschild met mijn collega.
  • Jij bent altijd van mening verschillend geweest met je broer over politiek.
  • Hij/zij/het is van smaak verschild.
  • Wij hebben van plan verschild voor de vakantie.
  • Zij zijn in leeftijd verschillend geweest.