vertroebelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vertroebel | vertroebelde | heb vertroebeld |
jij, je, u | vertroebelt | vertroebelde | hebt vertroebeld |
hij, zij, het | vertroebelt | vertroebelde | heeft vertroebeld |
wij | vertroebelen | vertroebelden | hebben vertroebeld |
jullie | vertroebelen | vertroebelden | hebben vertroebeld |
zij, ze | vertroebelen | vertroebelden | hebben vertroebeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Vertroebelen with some of the pronouns.
- De waterkwaliteit vertroebelt door de industriƫle lozingen.
- Ik vertroebel de relatie tussen hen met mijn opmerkingen.
- Jij vertroebelt de sfeer met je negatieve houding.
- Hij vertroebelt het debat met zijn vage argumenten.
- Wij vertroebelen de situatie door onvolledige informatie te verstrekken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vertroebelen with some of the pronouns.
- De politicus vertroebelde de waarheid met zijn valse beloften.
- Ik vertroebelde mijn eigen visie door naar de meningen van anderen te luisteren.
- Jij vertroebelde de lucht met je sigarettenrook.
- Hij vertroebelde de foto's per ongeluk door zijn vinger voor de lens te houden.
- Wij vertroebelden de relatie met onze buren door voortdurend lawaai te maken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vertroebelen with some of the pronouns.
- De politie heeft het onderzoek vertroebeld door bewijsmateriaal te verwaarlozen.
- Ik heb de waarheid vertroebeld om mezelf te beschermen.
- Jij hebt de grens tussen feit en fictie vertroebeld.
- Hij heeft haar perceptie van de gebeurtenis vertroebeld.
- Wij hebben onze reputatie vertroebeld met onze onethische praktijken.