verkondschappen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verkondschap | verkondschapte | heb verkondschapt |
jij, je, u | verkondschapt | verkondschapte | hebt verkondschapt |
hij, zij, het | verkondschapt | verkondschapte | heeft verkondschapt |
wij | verkondschappen | verkondschapten | hebben verkondschapt |
jullie | verkondschappen | verkondschapten | hebben verkondschapt |
zij, ze | verkondschappen | verkondschapten | hebben verkondschapt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verkondschappen with some of the pronouns.
- Ik verkondschap vandaag het goede nieuws aan mijn leerlingen.
- Jij verkondschapt regelmatig je mening in de klas.
- Hij verkondschapt zijn ideeën openlijk tijdens de vergadering.
- Wij verkondschappen de boodschap van gelijkheid en inclusie.
- Zij verkondschappen hun standpunt met overtuiging.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verkondschappen with some of the pronouns.
- Ik verkondschapte vroeger vaak mijn gedachten zonder aarzeling.
- Jij verkondschapte altijd je verlangens aan anderen.
- Hij verkondschapte zijn kennis met passie en enthousiasme.
- Wij verkondschapten de waarheid, zelfs wanneer het moeilijk was.
- Zij verkondschapten hun idealen in elk gesprek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verkondschappen with some of the pronouns.
- Ik heb het goede nieuws verkondschapt aan mijn leerlingen.
- Jij hebt regelmatig je mening verkondschapt in de klas.
- Hij heeft zijn ideeën openlijk verkondschapt tijdens de vergadering.
- Wij hebben de boodschap van gelijkheid en inclusie verkondschapt.
- Zij hebben hun standpunt met overtuiging verkondschapt.