verkorten

Conjugations List of Verkorten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkortverkortteheb verkort
jij, je, uverkortverkorttehebt verkort
hij, zij, hetverkortverkortteheeft verkort
wijverkortenverkorttenhebben verkort
jullieverkortenverkorttenhebben verkort
zij, zeverkortenverkorttenhebben verkort

Presens

Example presens sentences for Verkorten with some of the pronouns.

  • Ik verkort de tekst voor het rapport.
  • Jij verkort de vergadering met je inbreng.
  • Hij verkort zijn werkdag door efficiënt te plannen.
  • Zij verkorten de afstand tussen de twee steden met een snelle treinverbinding.
  • Wij verkorten de wachttijd voor onze klanten door middel van geautomatiseerde processen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verkorten with some of the pronouns.

  • Ik verkortte de tekst voor het rapport.
  • Jij verkortte de vergadering met je inbreng.
  • Hij verkortte zijn werkdag door efficiënt te plannen.
  • Zij verkortten de afstand tussen de twee steden met een snelle treinverbinding.
  • Wij verkortten de wachttijd voor onze klanten door middel van geautomatiseerde processen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verkorten with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst verkort voor het rapport.
  • Jij hebt de vergadering verkort met je inbreng.
  • Hij heeft zijn werkdag verkort door efficiënt te plannen.
  • Zij hebben de afstand tussen de twee steden verkort met een snelle treinverbinding.
  • Wij hebben de wachttijd verkort voor onze klanten door middel van geautomatiseerde processen.