verleuteren

Conjugations List of Verleuteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverleuterverleuterdeheb verleuterd
jij, je, uverleutertverleuterdehebt verleuterd
hij, zij, hetverleutertverleuterdeheeft verleuterd
wijverleuterenverleuterdenhebben verleuterd
jullieverleuterenverleuterdenhebben verleuterd
zij, zeverleuterenverleuterdenhebben verleuterd

Presens

Example presens sentences for Verleuteren with some of the pronouns.

  • Ik verleuter
  • Jij verleutert
  • Hij verleutert
  • Zij verleutert
  • Wij verleuteren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verleuteren with some of the pronouns.

  • Ik verleuterde
  • Jij verleuterde
  • Hij verleuterde
  • Zij verleuterde
  • Wij verleuterden

Perfectum

Example perfectum sentences for Verleuteren with some of the pronouns.

  • Ik heb verleuterd
  • Jij hebt verleuterd
  • Hij heeft verleuterd
  • Zij heeft verleuterd
  • Wij hebben verleuterd