verlinksen

Conjugations List of Verlinksen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverlinksverlinksteheb verlinkst
jij, je, uverlinkstverlinkstehebt verlinkst
hij, zij, hetverlinkstverlinksteheeft verlinkst
wijverlinksenverlinkstenhebben verlinkst
jullieverlinksenverlinkstenhebben verlinkst
zij, zeverlinksenverlinkstenhebben verlinkst

Presens
Beta

Example presens sentences for Verlinksen with some of the pronouns.

  • Ik verlinksen de situatie.
  • Jij verlinkst de verdachte.
  • Hij/Zij verlinkst de daders.
  • Wij verlinksen de crimineel.
  • Jullie verlinksen het geheim.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verlinksen with some of the pronouns.

  • Ik verlinkste de situatie gisteren.
  • Jij verlinkste de verdachte vorige week.
  • Hij/Zij verlinkste de daders een maand geleden.
  • Wij verlinksten de crimineel vorig jaar.
  • Jullie verlinksten het geheim in het verleden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verlinksen with some of the pronouns.

  • Ik heb verlinkst tijdens het onderzoek.
  • Jij hebt de verdachte verlinkst.
  • Hij/Zij heeft de daders verlinkst.
  • Wij hebben de crimineel verlinkst.
  • Jullie hebben het geheim verlinkst.