verscherpen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verscherp | verscherpte | heb verscherpt |
jij, je, u | verscherpt | verscherpte | hebt verscherpt |
hij, zij, het | verscherpt | verscherpte | heeft verscherpt |
wij | verscherpen | verscherpten | hebben verscherpt |
jullie | verscherpen | verscherpten | hebben verscherpt |
zij, ze | verscherpen | verscherpten | hebben verscherpt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verscherpen with some of the pronouns.
- Ik verscherp mijn potlood voordat ik ga schrijven.
- Jij verscherpt je messen voor het avondeten.
- Hij/zij/het verscherpt zijn/haar/haar focus tijdens het studeren.
- Wij verscherpen onze strategie om de concurrentie voor te blijven.
- Jullie verscherpen jullie vaardigheden door veel te oefenen.
- Zij verscherpen hun zintuigen om beter te kunnen waarnemen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verscherpen with some of the pronouns.
- Ik verscherpte mijn pen voordat ik begon met schrijven.
- Jij verscherpte je focus tijdens het examen.
- Hij/zij/het verscherpte zijn/haar/haar waakzaamheid na het horen van vreemde geluiden.
- Wij verscherpten onze aanpak om de problemen op te lossen.
- Jullie verscherpten jullie argumenten om je standpunt duidelijk te maken.
- Zij verscherpten hun aandacht om niets te missen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verscherpen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn mes verscherpt zodat het weer scherp is.
- Jij hebt je kennis verscherpt door veel te lezen.
- Hij/zij/het heeft zijn/haar/haar inzichten verscherpt na het volgen van een cursus.
- Wij hebben onze presentatie verscherpt om indruk te maken op het publiek.
- Jullie hebben jullie teamgeest verscherpt door samen te werken.
- Zij hebben hun vaardigheden verscherpt door intensieve training.