verlokken

Conjugations List of Verlokken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverlokverlokteheb verlokt
jij, je, uverloktverloktehebt verlokt
hij, zij, hetverloktverlokteheeft verlokt
wijverlokkenverloktenhebben verlokt
jullieverlokkenverloktenhebben verlokt
zij, zeverlokkenverloktenhebben verlokt

Presens

Example presens sentences for Verlokken with some of the pronouns.

  • Ik verlok
  • Jij verlokt
  • Hij/zij/het verlokt
  • Wij verlokken
  • Jullie verlokken
  • Zij verlokken

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verlokken with some of the pronouns.

  • Ik verlokte
  • Jij verlokte
  • Hij/zij/het verlokte
  • Wij verlokten
  • Jullie verlokten
  • Zij verlokten

Perfectum

Example perfectum sentences for Verlokken with some of the pronouns.

  • Ik heb verlokt
  • Jij hebt verlokt
  • Hij/zij/het heeft verlokt
  • Wij hebben verlokt
  • Jullie hebben verlokt
  • Zij hebben verlokt