vernikkelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vernikkel | vernikkelde | heb vernikkeld |
jij, je, u | vernikkelt | vernikkelde | hebt vernikkeld |
hij, zij, het | vernikkelt | vernikkelde | heeft vernikkeld |
wij | vernikkelen | vernikkelden | hebben vernikkeld |
jullie | vernikkelen | vernikkelden | hebben vernikkeld |
zij, ze | vernikkelen | vernikkelden | hebben vernikkeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Vernikkelen with some of the pronouns.
- Ik vernikkel
- Jij vernikkelt
- Hij/Zij/Het vernikkelt
- Wij vernikkelen
- Jullie vernikkelen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vernikkelen with some of the pronouns.
- Ik vernikkelde
- Jij vernikkelde
- Hij/Zij/Het vernikkelde
- Wij vernikkelden
- Jullie vernikkelden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vernikkelen with some of the pronouns.
- Ik heb vernikkeld
- Jij hebt vernikkeld
- Hij/Zij/Het heeft vernikkeld
- Wij hebben vernikkeld
- Jullie hebben vernikkeld