verontreinigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verontreinig | verontreinigde | heb verontreinigd |
jij, je, u | verontreinigt | verontreinigde | hebt verontreinigd |
hij, zij, het | verontreinigt | verontreinigde | heeft verontreinigd |
wij | verontreinigen | verontreinigden | hebben verontreinigd |
jullie | verontreinigen | verontreinigden | hebben verontreinigd |
zij, ze | verontreinigen | verontreinigden | hebben verontreinigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verontreinigen with some of the pronouns.
- Ik verontreinig de rivier met chemicaliën.
- Jij verontreinigt het milieu door afval weg te gooien.
- Hij verontreinigt de lucht met zijn uitlaatgassen.
- Wij verontreinigen de bodem met giftige stoffen.
- Zij verontreinigen het water met plastic afval.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verontreinigen with some of the pronouns.
- Ik verontreinigde de rivier met chemicaliën.
- Jij verontreinigde het milieu door afval weg te gooien.
- Hij verontreinigde de lucht met zijn uitlaatgassen.
- Wij verontreinigden de bodem met giftige stoffen.
- Zij verontreinigden het water met plastic afval.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verontreinigen with some of the pronouns.
- Ik heb de rivier verontreinigd met chemicaliën.
- Jij hebt het milieu verontreinigd door afval weg te gooien.
- Hij heeft de lucht verontreinigd met zijn uitlaatgassen.
- Wij hebben de bodem verontreinigd met giftige stoffen.
- Zij hebben het water verontreinigd met plastic afval.