vernoemen

Conjugations List of Vernoemen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvernoemvernoemdeheb vernoemd
jij, je, uvernoemtvernoemdehebt vernoemd
hij, zij, hetvernoemtvernoemdeheeft vernoemd
wijvernoemenvernoemdenhebben vernoemd
jullievernoemenvernoemdenhebben vernoemd
zij, zevernoemenvernoemdenhebben vernoemd

Presens
Beta

Example presens sentences for Vernoemen with some of the pronouns.

  • Ik vermeld zijn naam in mijn toespraak.
  • Jij vermeldt altijd belangrijke details in je rapporten.
  • Hij/zij noemt haar favoriete boeken op tijdens de lezing.
  • Wij vermelden de nieuwe regels in onze nieuwsbrief.
  • Zij vermelden de winnaars van de wedstrijd op hun website.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vernoemen with some of the pronouns.

  • Ik vernoemde zijn naam in mijn toespraak.
  • Jij vernoemde altijd belangrijke details in je rapporten.
  • Hij/zij noemde haar favoriete boeken op tijdens de lezing.
  • Wij vernoemden de nieuwe regels in onze nieuwsbrief.
  • Zij vernoemden de winnaars van de wedstrijd op hun website.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vernoemen with some of the pronouns.

  • Ik heb zijn naam in mijn toespraak vernoemd.
  • Jij hebt altijd belangrijke details in je rapporten genoemd.
  • Hij/zij heeft haar favoriete boeken genoemd tijdens de lezing.
  • Wij hebben de nieuwe regels in onze nieuwsbrief vernoemd.
  • Zij hebben de winnaars van de wedstrijd op hun website vermeld.