verrichten

Conjugations List of Verrichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverrichtverrichtteheb verricht
jij, je, uverrichtverrichttehebt verricht
hij, zij, hetverrichtverrichtteheeft verricht
wijverrichtenverrichttenhebben verricht
jullieverrichtenverrichttenhebben verricht
zij, zeverrichtenverrichttenhebben verricht

Presens
Beta

Example presens sentences for Verrichten with some of the pronouns.

  • Ik verricht mijn dagelijkse taken met precisie.
  • Jij verricht je werk met toewijding.
  • Hij verricht belangrijk onderzoek naar klimaatverandering.
  • Zij verrichten vrijwilligerswerk in hun vrije tijd.
  • Wij verrichten regelmatig controles om de veiligheid te waarborgen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verrichten with some of the pronouns.

  • Vroeger verrichtte ik dit werk met veel plezier.
  • Toen ik jong was, verrichtte ik allerlei klusjes in huis.
  • Hij verrichtte zijn taken met zorgvuldigheid en aandacht.
  • Zij verrichtten jarenlang onderzoek voordat ze tot conclusies kwamen.
  • Wij verrichtten regelmatig onderhoud aan de apparatuur.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verrichten with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn taken gisteren verricht.
  • Jij hebt al het benodigde werk verricht.
  • Hij heeft een cruciale rol vervuld in het project.
  • Zij hebben hun beloften niet nagekomen en geen actie verricht.
  • Wij hebben veel vooruitgang geboekt en belangrijke doelen verricht.