verschroten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verschroot | verschrootte | heb verschroot |
jij, je, u | verschroot | verschrootte | hebt verschroot |
hij, zij, het | verschroot | verschrootte | heeft verschroot |
wij | verschroten | verschrootten | hebben verschroot |
jullie | verschroten | verschrootten | hebben verschroot |
zij, ze | verschroten | verschrootten | hebben verschroot |
PresensBeta
Example presens sentences for Verschroten with some of the pronouns.
- Ik verschrooi het oude meubilair.
- Jij verschrooit de kapotte apparaten.
- Hij verschrooit de metalen onderdelen.
- Wij verschrooien het afvalmateriaal.
- Zij verschrooien de oude auto's.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verschroten with some of the pronouns.
- Ik verschrootte het oude meubilair.
- Jij verschrootte de kapotte apparaten.
- Hij verschrootte de metalen onderdelen.
- Wij verschrootten het afvalmateriaal.
- Zij verschrootten de oude auto's.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verschroten with some of the pronouns.
- Ik heb het oude meubilair verschroot.
- Jij hebt de kapotte apparaten verschroot.
- Hij heeft de metalen onderdelen verschroot.
- Wij hebben het afvalmateriaal verschroot.
- Zij hebben de oude auto's verschroot.