verstallen

Conjugations List of Verstallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverstalverstaldeheb verstald
jij, je, uverstaltverstaldehebt verstald
hij, zij, hetverstaltverstaldeheeft verstald
wijverstallenverstaldenhebben verstald
jullieverstallenverstaldenhebben verstald
zij, zeverstallenverstaldenhebben verstald

Presens
Beta

Example presens sentences for Verstallen with some of the pronouns.

  • Ik verstal het boek voor de presentatie.
  • Jij verstalt de bloemen in de vaas.
  • Hij verstalt zijn kamer regelmatig.
  • Wij verstallen het recept voor het avondeten.
  • Zij verstallen de meubels in de woonkamer.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verstallen with some of the pronouns.

  • Ik verstalde het boek voor de presentatie.
  • Jij verstalde de bloemen in de vaas.
  • Hij verstalde zijn kamer regelmatig.
  • Wij verstalden het recept voor het avondeten.
  • Zij verstalden de meubels in de woonkamer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verstallen with some of the pronouns.

  • Ik heb het boek verstald voor de presentatie.
  • Jij hebt de bloemen in de vaas verstald.
  • Hij heeft zijn kamer regelmatig verstald.
  • Wij hebben het recept voor het avondeten verstald.
  • Zij hebben de meubels in de woonkamer verstald.