verstenen

Conjugations List of Verstenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikversteenversteendeheb versteend
jij, je, uversteentversteendehebt versteend
hij, zij, hetversteentversteendeheeft versteend
wijverstenenversteendenhebben versteend
jullieverstenenversteendenhebben versteend
zij, zeverstenenversteendenhebben versteend

Presens
Beta

Example presens sentences for Verstenen with some of the pronouns.

  • Ik versteen de klei tot een sculptuur.
  • Jij versteent je hart voor de liefde.
  • Hij/Zij/Het versteent snel onder druk.
  • Wij verstenen de muur met bakstenen.
  • Jullie verstenen het hout tot een stevig frame.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verstenen with some of the pronouns.

  • Ik verstijfde de klei tot een sculptuur.
  • Jij verstijfde je hart voor de liefde.
  • Hij/Zij/Het verstijfde snel onder druk.
  • Wij verstijfden de muur met bakstenen.
  • Jullie verstijfden het hout tot een stevig frame.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verstenen with some of the pronouns.

  • Ik heb de klei tot een sculptuur versteend.
  • Jij hebt je hart voor de liefde versteend.
  • Hij/Zij/Het is snel onder druk versteend.
  • Wij hebben de muur met bakstenen versteend.
  • Jullie hebben het hout tot een stevig frame versteend.