verweldigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verweldig | verweldigde | heb verweldigd |
jij, je, u | verweldigt | verweldigde | hebt verweldigd |
hij, zij, het | verweldigt | verweldigde | heeft verweldigd |
wij | verweldigen | verweldigden | hebben verweldigd |
jullie | verweldigen | verweldigden | hebben verweldigd |
zij, ze | verweldigen | verweldigden | hebben verweldigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verweldigen with some of the pronouns.
- Ik verweldig
- Jij verweldigt
- Hij/Zij verweldigt
- Wij verweldigen
- Jullie verweldigen
- Zij verweldigen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verweldigen with some of the pronouns.
- Ik verweldigde
- Jij verweldigde
- Hij/Zij verweldigde
- Wij verweldigden
- Jullie verweldigden
- Zij verweldigden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verweldigen with some of the pronouns.
- Ik heb verweldigd
- Jij hebt verweldigd
- Hij/Zij heeft verweldigd
- Wij hebben verweldigd
- Jullie hebben verweldigd
- Zij hebben verweldigd