verwijderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verwijder | verwijderde | heb verwijderd |
jij, je, u | verwijdert | verwijderde | hebt verwijderd |
hij, zij, het | verwijdert | verwijderde | heeft verwijderd |
wij | verwijderen | verwijderden | hebben verwijderd |
jullie | verwijderen | verwijderden | hebben verwijderd |
zij, ze | verwijderen | verwijderden | hebben verwijderd |
Presens
Example presens sentences for Verwijderen with some of the pronouns.
- Ik verwijder de oude bestanden.
- Jij verwijdert de vlekken van het tapijt.
- Hij/zij verwijdert de stickers van het raam.
- Wij verwijderen de ongewenste spammails.
- Jullie verwijderen de rommel uit de kamer.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verwijderen with some of the pronouns.
- Ik verwijderde de oude bestanden.
- Jij verwijderde de vlekken van het tapijt.
- Hij/zij verwijderde de stickers van het raam.
- Wij verwijderden de ongewenste spammails.
- Jullie verwijderden de rommel uit de kamer.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verwijderen with some of the pronouns.
- Ik heb de oude bestanden verwijderd.
- Jij hebt de vlekken van het tapijt verwijderd.
- Hij/zij heeft de stickers van het raam verwijderd.
- Wij hebben de ongewenste spammails verwijderd.
- Jullie hebben de rommel uit de kamer verwijderd.